De methode bestaat uit de volgende modules:
Basisvormen; hoekige lijn, golvende lijn, cirkel en vierkant.
In de speelzaal lopen de kinderen deze vormen, vervolgens tekenen ze de vormen in het groot op het schoolplein. Daarna worden de vormen op verschillende manieren in de klas aangeboden.
Lichaamsoriƫntatie: de kinderen worden uitgedaagd om hun lichaamsdelen aan te wijzen, te benoemen, te voelen en te bewegen. De activiteiten worden in tweetallen of met de hele groep uitgevoerd.
Evenwicht: tijdens deze module experimenteren de kinderen met statisch evenwicht (houdingen) en met dynamisch evenwicht (zich voortbewegen; bijvoorbeeld als een dier).
Tweezijdig bewegen: in de speelzaal en op het schoolplein doen de kinderen ervaringen op met tweezijdig bewegen in de ruimte. In de klas gebeurt het op het platte vlak.
Ritmische lijnen: bij de basisvormen hebben de kinderen de vormen in het groot geoefend; nu maken de kinderen kleinere lijnen, waarbij ze soms op of tegen een lijn aan moeten tekenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten